Skiën

Skiën

Skiën is zich voortbewegen over sneeuw of een kunstskibaan met behulp van twee 'planken', ski's genoemd, die aan de voeten (skischoenen) worden bevestigd. Het woord ski is afkomstig van het Oudnoorse skiða, dat 'rechte plank' betekent. Vroeger was skiën geen sport, maar een transportmiddel in de wintermaanden.

Oorspronkelijk waren ski's van hout, maar tegenwoordig worden ze gemaakt van glasvezel of andere composietmaterialen, of een combinatie van hout en composietmaterialen. Een skiër is iemand, die zich bezighoudt met enige vorm van skiën, zoals hieronder nader beschreven.

Vormen

Er bestaan diverse vormen van skiën. De volgende skisporten bestaan:

Langlauf: in het Engels cross country genoemd, op speciale langlaufski's moet een traject worden afgelegd. Er zijn verschillende varianten, afhankelijk van de lengte, welke stijl van lopen mag worden gebruikt en of de deelnemers tegelijk of na elkaar starten. Er zijn 2 hoofdstijlen: traditioneel met langere ski's alleen in de lengterichting door een spoor schuivend, en op kortere ski's met schaatspassen waar toepasselijk. Een spoor kan machinaal worden aangelegd, of door de skiërs zelf indien men een toervariant beoefent. Bij niet competitief skiën wordt ook het Nederlands woord wandelskiën gebruikt.

Schansspringen: De deelnemers springen van een schans af en proberen daarbij zo ver mogelijk te komen. Naast de springafstand wordt ook door een aantal juryleden de uitvoering van de sprong beoordeeld. Er zijn twee typen schans, de 90-meterschans en de 120-meterschans, naar de typische afstand die er gesprongen kan worden.

Noordse Combinatie: Dit is een combinatie van langlauf en schansspringen en bevat drie onderdelen: de sprint, de individuele discipline en de teamdiscipline.

Biatlon: Op speciale langlaufski's moet een traject worden afgelegd. Tussendoor moeten doelen worden geraakt met een geweer in verschillende schietposities.(zie vorige pagina).

Alpineskien;

Afdaling: Een snelheidsparcours dat bergafwaarts verloopt zonder veel bochten, en met sprongen, dient zo snel mogelijk afgelegd te worden (gewoonlijk in 1 manche).

Slalom (ski): Een parcours tussen paaltjes, die beurtelings ongeveer links- en rechtsom moeten worden gepasseerd, zeer technisch bochtenwerk (in 2 manches).

Verder kennen we nog de super G een afdaling vorm, Freestyle en Snowboarden natuurlijk alle deze combinaties zijn Olympisch.

Een bekende skiester is/was Lindsey Vonn en bij de mannen Bode Miller, zie afbeeldingen.

 

Tegekke discipline met fantastische beelden zie hieronder.